Het overkomt veel mensen. Goed om te weten wat voor gevolgen dat heeft voor je pensioen.
Je ouderdomspensioen
Als je wordt ontslagen stopt de pensioenopbouw bij je oude werkgever. Je hoeft je geen zorgen te maken over het ouderdomspensioen dat je al hebt opgebouwd. Je houdt daar recht op. En als het enigszins kan, wordt het verhoogd met de jaarlijkse inflatie. Je krijgt van de pensioenuitvoerder van je oude werkgever een opgave van je opgebouwde pensioen.
Alleen als je een heel klein pensioen hebt, kan je pensioenuitvoerder je pensioen na twee jaar afkopen. Je recht op ouderdomspensioen vervalt dan en je krijgt in plaats daarvan een éénmalig bruto bedrag ineens.
Als je ouder bent dan 40 jaar en werkloos wordt vóór 1 januari 2011, kan het zijn dat er gedurende je WW-periode nog wat pensioen extra wordt opgebouwd via de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering.
In sommige pensioenregelingen kun je de pensioenopbouw na je ontslag tijdelijk voor eigen rekening voortzetten. Of dit verstandig is vragen wij ons af.
Je partnerpensioen
Als je wordt ontslagen stopt de pensioenopbouw bij je oude werkgever.
Bij het partnerpensioen is het even opletten. Je hebt twee soorten partnerpensioen:
- een partnerpensioen waarbij er geld wordt gespaard;
- een partnerpensioen als verzekering.
Heb je een partnerpensioen waarbij er geld wordt gespaard? Dan houd je het opgebouwde partnerpensioen als je wordt ontslagen. Je krijgt van de pensioenuitvoerder van je oude werkgever een opgave van het opgebouwde partnerpensioen.
Heb je een partnerpensioen als verzekering? Er is geen geld gespaard. Je partnerpensioen is dan weg. Wel blijft er na je ontslag nog een stukje van het partnerpensioen verzekerd zolang je een WW-uitkering krijgt. Daarna is er helemaal geen partnerpensioen meer.
Wel kun je er voor kiezen om bij je ontslag een deel van je ouderdomspensioen om te ruilen in partnerpensioen, zodat er nog wat partnerpensioen verzekerd blijft. .
Nieuwe baan?
Vind je na je ontslag een nieuwe baan? Kijk dan of het verstandig is het opgebouwde pensioen uit je oude baan over te hevelen naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Dat heet waardeoverdracht.
Na een waardeoverdracht krijg je geen pensioen meer uit je oude baan, maar krijg jij je gehele pensioen van de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever.
Let bij waardeoverdracht echter op een aantal zaken:
- Kijk hoeveel pensioen je bij je oude pensioenuitvoerder hebt opgebouwd. Als het een klein pensioen is, is het meestal verstandig om het pensioen over te dragen;
- Kijk of je nieuwe pensioenregeling een eindloonregeling is. Als dat het geval is, is waardeoverdracht meestal gunstig;
- Kijk of je nieuwe pensioenregeling een middelloonregeling is. Als dat het geval is, let dan op de indexering. Met de indexering van pensioen groeit het opgebouwde pensioen mee met de prijsstijgingen of de loonontwikkeling;
- Kijk vervolgens of de nieuwe regeling beter indexeert dan de oude. In dat geval is overdracht meestal gunstig en anders niet;
- Let er op dat de hoogte van de indexering afhankelijk is van de financiële situatie van je pensioenfonds;
- Let er op dat waardeoverdracht gevolgen kan hebben voor je partnerpensioen.